zaterdag 27 augustus 2011

Arabische vriendelijkheid


Het is half twee 's middags. Warmer dan op dit moment wordt het niet vandaag, en we hebben een lekke band.
T. bladert door de handleiding van de auto. Ook hij heeft nog nooit een band verwisseld. Ik vervloek ondertussen onze stommiteit zonder een druppel drinkwater op pad te gaan. Misschien duurt dit wel uren.

Een man van middelbare leeftijd - lange witte thobe aan, gehaakt mutsje op het hoofd - verschijnt uit het niets en kijkt belangstellend over T's schouder naar zijn vorderingen met de krik. Met een gebaar van 'laat mij maar even', duwt hij 'm opzij. Hij verwisselt geroutineerd de band en doet ondertussen een poging tot lichte conversatie in het Arabisch. T. knikt en glimlacht zijn hoofd bijna in tweeën. Als de klus is geklaard, schudt de man T. ferm de hand en zwaait mij en de kinderen herhaaldelijk en hartelijk toe.

Half zeven 's avonds. De zon is net onder en de oproep tot gebed schalt uit elk huizenblok over de straten. Wij zijn op weg naar een iftar, maar zijn even gestopt om te pinnen. Voordat we kunnen uitstappen, klopt een jonge man op ons raam. Hij houdt een flesje water en een zakje met etenswaren omhoog. Hebben we honger en dorst? Dan mogen we het hebben. Hij zag ons staan aan de kant van de weg en had nog wat lekkers over. Iedereen moet iets eten als tijdens Ramadan de zon verdwijnt. Bizar? Ja! Maar ook zo ongekend áárdig.

1 opmerking:

  1. wat moet dat een aangename, verkwikkende ervaring zijn geweest, Jet! Maar behoort het ook niet tot de opdrachten van een vroom moslim: goed doen aan je medemens (de katholieke versie van: wie goed doet, goed ontmoet)? Sla er Rezan maar es op na ;-))

    BeantwoordenVerwijderen